Hoofdpagina >> Snelheidscontroles >> In details >> Hoe een lasergun meet

Hoe een lasergun je snelheid meet

Lasercontroles worden op een iets andere manier dan radarcontroles uitgevoerd. Ten eerste - de naam zegt het al - werken ze door middel van een laserstralen (op de frequentie 904 Nanometer).

Het principe is - zoals je bij de werking van een lasercontrole hebt kunnen lezen - heel eenvoudig: De agent schiet de laserstralen op een voertuig af. Het liefst op de nummerplaat, want dit reflecteert het best. Dit voertuig kaatst de laserstralen terug naar de lasergun. Vervolgens wordt de snelheid en de afstand tussen het voertuig & de lasergun op het display van de lasergun getoond.

Nu gaan we verder op de details in:
Om de snelheid van een voertuig vast te kunnen stellen worden er, binnen minder dan één seconde, twee metingen verricht. De metingen gaan als volgt: er wordt door de lasergun een (infrarode) stralenbundel op het voertuig afgeschoten. Het voertuig reflecteert de stralenbundel. De lasergun vangt de stralenbundel op (hieruit kan de lasergun de afstand tot het voertuig bepalen) en schiet opnieuw een stralenbundel op het voertuig af. Ook deze bundel wordt door het voertuig gereflecteerd en opgevangen door de lasergun. En wederom kan de afstand tot het voertuig worden bepaald. Vervolgens kan door het afstandverschil én het tijdsverschil tussen de twee metingen te combineren, de snelheid van het voertuig worden berekend. Is deze te hoog? Betalen maar!

Voordeel voor de politie: Ook kleinere gemotoriseerde voertuigen, zoals brommers, kunnen hiermee op snelheid worden gecontroleerd. Dit kan omdat - in tegenstelling tot radar - de stralenbundel bij de laser sterk geconcentreerd is én blijft. Daardoor is een kleine reflecterende oppervlakte al genoeg om de stralen terug te laten kaatsen. De lasergun ontvangt zijn uitgezonden stralenbundel terug en berekent de snelheid.