Hoofdpagina >> Snelheidscontroles >> In details >> Hoe een radar meet

Hoe een radar je snelheid meet

Eerst wat informatie vooraf . . .
Een radar zendt continu een stralenbundel op een hoge frequentie uit. Je kan dit vergelijken met radio- en/of televisieuitzendingen. Alleen is de uitgezonden frequentie door de politieradar echter vele malen hoger.

De radar wordt aan de kant van de weg neergezet en opgesteld onder een kleine hoek (meestal 22 graden) met de weg. Zoals vermeldt, wordt er door de radar continu een stralenbundel uitgezonden op een bepaalde frequentie. Neem bijvoorbeeld de Multanova. Deze radar zendt op de 34 Gigahertz.

Het langskomend verkeer rijdt door de stralenbundel heen. Doordat het verkeer zich voortbeweegt, worden de stralen, op een andere dan de uitgezonden frequentie, gereflecteerd. De radar vangt de stralen weer op en de ingebouwde microcomputer berekent uit het frequentieverschil de snelheid van het voertuig. De frequentie waarop de stralenbundel wordt gereflecteerd, wordt namelijk door de snelheid van het voertuig bepaalt.

Met voertuig bedoelen we auto's, motoren en vrachtwagens. Al het kleinere gemotoriseerd verkeer, zoals brommers, kunnen niet met behulp van een radar op snelheid gecontroleerd worden omdat er door deze voertuigen te weinig straling gereflecteerd wordt. (Door de komst van de lasergun kan ook de snelheid van het kleinere gemotoriseerd verkeer gemeten worden.) De radar kan een onderscheidt maken tussen auto's, vrachtwagens etc. doordat de radar, naast de snelheid, ook meet hoe lang het voertuig zich in de stralenbundel bevindt. Door ook de tijd te meten is het mogelijk om voor elk type voertuig - auto, motor, vrachtwagen - een drempelsnelheid (=maximaal toegestane snelheid) in te stellen.

Wanneer de snelheid hoger dan de van te voren ingestelde snelheidsdrempel is, wordt er door de microcomputer een signaal naar het fototoestel en de flitslamp gestuurd. Vervolgens wordt een foto gemaakt, met daarop o.a. het voertuig, het kenteken en de gemeten snelheid.